Een wilsbesluit en vijf mentale tips na een ingrijpend verlies
(En wat je doet als zelfs dat te veel is)
De medische zorg na het verlies van mijn oog was uitstekend. Alles verliep volgens het boekje, vakkundig en zorgvuldig. Maar de mentale begeleiding? Die was eerlijk gezegd allerbelabberdst.
“U zult de eerste drie maanden heel erg moe zijn.”
Dat was het. Daarna moest ik het zelf uitzoeken.
Dat heb ik gedaan. In mijn eigen tempo, op mijn eigen manier. In de loop van de tijd ontwikkelde ik vijf mentale tips voor de verwerking van ingrijpend verlies.
Wilsbesluit
Ik besloot al snel: ik ga geen energie verspillen aan vechten tegen het onvermijdelijke.
Ik nam een wilsbesluit en dat luidde: ik ga accepteren dat dit het is voor mij. Mijn mantra werd: het is zoals het is.
Achteraf gezien begon mijn mentale genezingsproces met dat besluit. Het werkte als een lange-termijndoel. Het pad ernaartoe was nog niet duidelijk, maar de bestemming wel.
Het wilsbesluit hielp mij om weer op te veren — als een tuimelaar. Ik was omvergeduwd, maar een tuimelaar komt altijd weer overeind. Misschien wat wankel in het begin, misschien op een andere manier dan voorheen — maar mijn veerkracht zou terugkeren, hoe dan ook.
Hieronder deel ik vijf mentale tips voor wie net met een ingrijpend verlies wordt geconfronteerd. Niet als lijstje dat je moet afvinken, maar als herkenning. En misschien zit er iets tussen dat jou ook helpt.
Vijf mentale tips na een ingrijpend verlies
-
Houd, als het lukt, structuur in je week
Ik ben blijven werken. Niet fulltime, niet op volle kracht, maar ik bleef in beweging. En dat was, achteraf gezien, een goed besluit.
Het hielp me om niet weg te zakken in verdriet. Werk gaf structuur, afleiding, en soms zelfs zingeving. En niet onbelangrijk: mijn week had ritme.
Dit werkt niet voor iedereen, dat weet ik. Maar als het een beetje lukt, kan het een verrassend krachtig anker zijn.
-
Pak je rust
Ik stopte met sporten. Zei afspraken af. Liet vrijwilligerswerk los.
Niet uit overtuiging, maar omdat ik niet anders kon. Ik was zó moe. Van het kijken met één oog, van de zorgen, van de emoties.
Rust nemen is niet hetzelfde als opgeven. Het is een vorm van zorg. Zorg voor mijzelf en voor mijn lichaam dat opnieuw moest leren kijken. Voor mijn hart dat verlies probeerde te verwerken.
-
Kijk eens naar je leefstijl
Ik veranderde mijn eetpatroon.
Niet omdat ik ongezond at — integendeel. Maar toch bleek er nog van alles te verbeteren. Harde vetten gingen eruit, net als kant-en-klaarproducten en ik drink nog maar weinig alcohol. Vlees schrapte ik helemaal van het menu.
We eten sindsdien vaker vette vis. Geen paling. Geen garnalen meer (jammer, maar niet onoverkomelijk).
Ik viel er geen gram van af. Dat was wel het idee — dus dat is jammer. Maar toch voelde het goed. Ik zorgde (en zorg) voor mijn lijf, omdat het een klap moest opvangen.
-
Accepteer het vacuüm
Mijn leven stond ineens stil. Er was een gisteren, maar nog geen morgen. En vandaag voelde als een soort vacuüm.
Iedereen had plannen. Ik niet.
Iedereen wist waar hij mee bezig was. Ik niet.
Ik bungelde in de tijd. Tussen verdriet, angst, zorgen en leegte.
Verliesverwerking is hard werken. Of beter: hart werken. Je kunt nog zo rationeel denken: “ik accepteer dit”, maar daarmee heb je het nog niet doorleefd.
Dat doorleven kwam in golven. Verdriet, angst, boosheid. Soms medelijden met mezelf.
Wat hielp, was mijn verhaal vertellen. Aan veel mensen, op veel momenten. En mezelf geen strobreed in de weg leggen. Alles mocht er zijn. Niet omdat alles ‘goed’ is, maar omdat ik er mag zijn. Precies zoals ik ben.
-
Het is zoals het is
Op zeker moment was ik een paar dagen op vakantie in het bos. Lezen, wandelen, niks hoeven.
Ik vergat in die dagen af en toe dat ik met één oog las. Dat mijn blikveld smaller is. Ik durfde zelfs weer auto te rijden.
Mijn wilsbesluit drong zich op: het is zoals het is.
En dat is oké.
Er zijn ergere dingen. Veel erger zelfs.
Het verlies van mijn oog was niet het einde van mijn leven. Het was het begin van een ander deel van mijn leven. Niet beter, niet slechter. Alleen anders.
En als zelfs dat allemaal te veel is…
Soms deed ik helemaal niets. Dan zat ik op de bank en morste mijn tijd. Een stukje dagboek uit die tijd:
“Iedereen lijkt te genieten van het heldere weer, van de tuin, van een boswandeling. Ik niet.
Ik zit. En ik weet niet waar de tijd blijft. Ik bedenk wat ik zou kunnen doen, maar ik doe het niet. De bank is geduldig. De bank vraagt niks.”
En daar, in die stilte, in dat niets, gebeurt tóch iets. Mijn lijf rust uit en mijn geest krijgt lucht. Rouw krijgt ruimte.
Vandaag sprak ik een lotgenoot. Zij zei: “Het verlies van een oog is een groot verlies. Je zit in een rouwperiode. Neem daar de tijd voor.”
Dat is precies wat ik doe. Niet eens heel bewust. Eerder onbewust.
Door een beetje doelloos op de bank te zitten en de zon te zien, maar de tuin de tuin te laten. Door die wandeling uit te stellen tot morgen. Of overmorgen. Of dan die morgen.
Morsen met de tijd — dat is het enige waarin ik nu echt uitblink.
En misschien is dat, voor nu, precies genoeg.”
Niets doen, het voelt ongemakkelijk maar na een ingrijpend verlies is het hoogstnoodzakelijk.
Veroordeel jezelf er niet om. Leren omgaan met je verlies kost tijd.
En jij?
Herken je iets in mijn verhaal?
Sta jij ook op een kruispunt, na verlies of verandering?
Weet dan: je hoeft het niet alleen te doen.
Als ZKM coach help ik mensen die even stilvallen — door verlies, rouw of een ingrijpende wending in hun leven. Samen onderzoeken we hoe je veerkracht weer op kan veren, op jóuw manier, in jóuw tempo.
Wil je kennismaken of even sparren?
Je bent van harte welkom.
Neem hier contact op voor een vrijblijvende kennismaking.
29 mei 2025